Historie van de voetbalvereniging Aurora
HET BEGIN
In de tijd dat Amerika was drooggelegd en Eliott Ness zijn gangsters bestreed; dat Charles Lindbergh in zijn "Spirit of St. Louis" pruttelend over de oceaan naar Europa vloog en opa's en oma's van nu werden geboren, werd in Werkhoven tussen de bomen op Beverweerd al eens een partijtje gevoetbald. Het stelde niet veel voor en men wilde het ook niet doen voorkomen of het veel voorstelde. De doelen waren daar niet nodig, want de bomen stonden dicht genoeg bijeen. Een bal was vanzelfsprekend noodzakelijk en die kwam er dan ook, omdat alle spelers geld bijeen brachten (het zogenaamde "lappen"!) Het waren vriendschappelijke partijen die de jongens "uit het dorp" onder elkaar uitknokten. Af en toe werd er tegen een ploeg uit de omtrek gespeeld, zoals tegen O.K.V. uit Utrecht. O.K.V. betekende "Onze Katholieke Vrienden", een duidelijker voorbeeld van confessioneel voetbal is niet te geven. Per fiets werden de uitwedstrijden bezocht. Een wasgelegenheid was er niet, zodat men zich na de wedstrijd moest aankleden en per fiets weer huiswaarts ging.
Joop en Toon van Echteld:
In het begin van de jaren twintig werden er onderling al voetbalwedstrijden gespeeld tegen o.a.Cothen en Driebergen. Werkhoven had toen al twee elftallen Een elftal van boeren en boerenknechten en een elftal van overige dorpelingen. Soms werd het ene elftal wel eens aangevuld met spelers uit het andere elftal, maar voor de rest hadden zij niets met elkaar te maken. Het boeren voetbal was zo ruig, dat het meer aan rugby deed denken.
Er werd niet alleen op Beverweerd gespeeld, ook dichter bij huis wist men elkaar te vinden.
Gerard van der Wiele over zijn vader Louis:
Vanaf ca. 1920 werd in Werkhoven gevoetbald. Als er voldoende jongens op de Drink aanwezig waren, werd er gespeeld. De ploegen werden gekozen door middel van een "centje" opgooien en zo werd de eerste keus bepaald. Het tenue was Vrij, de klompen moesten echter uit. Als doelpalen werden bones taken gebruikt. Later werden echte, zelf getimmerde doelen neergezet. De kosten hiervan, evenals de aanschaf van de speelbal, werden gezamelijk opgebracht. Een scheidsrechter was er niet, de regels waren vrij, doch sportief en men speelde tot het donker was of totdat men geen zin meer had.
De tijd ging voort en de vaste voetbalgewoonte begon eigen trekken te vertonen die resulteerden in het besef bij enkele spelers, dat de tijd misschien wel rijp was voor wat meer organisatie. Zo eindigden de twintiger jaren.
Een groepje jongemannen liep in de Ambachtstraat: Hein Kooiman, Toon van Echteld en Jan van Impelen. Waar in de Ambachtstraat doet er niet meer toe1 maar daar heeft de historische gebeurtenis plaatsgevonden: Laat ons een voetbalclub oprichten. De tijden waren woelig, de crisis sloeg toe en juist in deze tijd van desorganisatie brachten deze dorpsbewoners organisatie in hun losse dorpssport. De oprichtings- vergadering vond plaats op de zolder van Caf‚ Van Impelen en daar ontving de nieuwbakken vereniging de naam Aurora. Deze naam was ingegeven door meester Jan van Rooyen. Hij had een kennelijke passie voor latijnse namen en droeg dus Aurora (de morgenster) voor.
Het duurde nog even, maar op 30 mei 1930 was het dan toch zover en werd Aurora ingeschreven bij de KNVB. Vanaf dat moment werd er officieel competitie gespeeld.
Eerste elftal circa 1932. Staande v.l.n.r. Giel Strik Jzn., Anton van Impelen, Hans Fraza,Ko Sontrop, Han Balk Jo Stijvers, Kees Beemer, Toon van Echteld, Hein Kooynan, Jan van Impelen. Voorgrond v.l.n.r. Rudolf Bourgogne, Hannes van Ree, Joop Cornelissen.
Voordat de R.K.V.V. Aurora echter Aurora heette, luisterde de vereniging naar de naam: W.V.V. oftewel:
Werkhovense Voetbal Vereniging, zo vernamen wij van Jan Strik.
Adriaan de Ligt:
Het bestuur van Aurora bestond uit:
Gart de Ligt (voorzitter)
Janus von Reeken (secretaris)
Jan Kooyman (penningmeester)
Karel Fraza (lid)
Toen Karel Fraza stopte als bestuurslid, kwam Cor Oostrom in zijn plaats, die later Gart de Ligt als voorzitter is opgevolgd.
De contributie voor de jongere leden bedroeg 10,05 en voor oudere leden 10,10 per week.
De enthousiaste voorzitter Gart de Ligt betaalde zelf de ballen. Door contributie te betalen verkreeg men het recht mee te voetballen. toeschouwers betaalden 1 0,10 entree.
Cor Oostrom emigreerde in 1952 naar Canada, waar hij in 1984 overleed. Zijn weduwe Heintje de Bouter is vele malen in Nederland teruggeweest.
De late kerk werd steeds minder door de jeugd bezocht en pastoor Van Aken vond het allemaal maar niets Doch het bloed kruipt waar het niet gaan kan en enkele slimmerds stelden voor om de pastoor geestelijk adviseur van de club te maken. Aldus had mijnheer pastoor zijn gelaat gered. Er speelden ook enkele andersdenkenden mee. Los van het feit dat de bond dit voorschreef, was het ook praktisch, want dit waren vaak heel goede spelers, zoals Cees Pothuizen uit Culemborg en Cees de Ruiter uit Utrecht, die van 1932 tot en met 1935 voor hun dagelijks brood bij Gart de Ligt werkten.
Alie de Ligt (nu mevrouw Veldhuizen) over haar vader Gart de Ligt:
Mijn vader heeft erg veel voor de vereniging gedaan. Als een jongen de contributie niet kon betalen (in die moeilijke crisisjaren), dan zei hij: "Blijf maar gewoon voetballen" en paste het ontbrekende deel uit eigen zak bij.
Wij hadden een groot gezin en wilde een van de meisjes een nieuw jurkje, dan zei moeder: "Vraag het maar op maandag aan vader". Op die dag ging hij met de rekeningen rond, maar kreeg soms te horen dat men niet kon betalen en helaas, dan kwam er geen nieuw jurkje, waarop de betreffende dochter eens had gezegd: "Als het maar om een bal ging voor de voetbalvereniging, dan zou er wel geld voor zijn."
En een veld. Het was natuurlijk meer dan nodig dat de nieuwbakken club een eigen veld zou hebben. Gart de Ligt was bevriend met boer Jan van Bennekom en bij hem werd het eerste veld gehuurd. Het terrein lag bij de sluis en was nogal drassig. Het was niet om te doen, dus verhuisde Aurora naar een nieuw veld aan de Hollende Wagenweg, van Manus Verkerk: de Zure Maat. Wat de maat betreft, was het inderdaad zuur: het was te smal. Tussen het land van buurman Spithoven van boerderij Koningsbergen en het voetbalveld bevond zich een heg. Over deze heg zijn heel wat spelers gesprongen om een bal terug te halen. De oppervlakte van dit veld was niet echt effen, doch prachtig golvend. Gart van Impelen, de keeper, vond het heel naar om hoge ballen te krijgen. Je moest zo'n bal direct klemvast in de armen koesteren, want als je de bal liet stuiteren, stuiterde hij door de ongelijkheid van het veld, compleet een andere kant op. Vanzelfsprekend kwamen dit soort zaken ook bij andere verenigingen in de omtrek voor. In Schalkwijk werd zelfs een wedstrijd even gestaakt, omdat de boer zijn koeien even over het veld moest omhalen naar de melkplaats.
Over het verkrijgen van de Zure Maat gaat het gerucht, dat de bekende geestelijk adviseur van de club hier de hand in heeft gehad: Pastoor van Aken was een verwoed kaarter, vooral schudjassen. Bij Manus Verkerk werd heel wat afgekaart en men denkt dat de pastoor daar, tussen de rondjes door, Manus Verkerk in zo1n bui heeft gekregen, dat hij de Zure Maat ten gunste van Aurora heeft afgestaan. De boeren waren er niet happig Op OR land te verhuren, aangezien zij in die moeilijke jaren het volle rendement uit de grond probeerden te halen.
Cor Beemer:
Hans Fraza had een geweldig schot in de benen. Ook stond Hans bekend als zeer snelle rechtsbuiten. Het was in een wedstrijd tegen Laren, dat Hans kwam aangestormd en zo'n verschrikkelijk hard schot op de keeper gaf, dat deze keeper zeker tien minuten buiten kennis is geweest.
Wim de Bruin:
Op de wekelijkse trainingsa vond mochten wij (o.a. Ries Veidhuizen, Hennie Kil tenburg en ik) achter op de fiets mee met de grote jongens, waaronder Hein Kooyman, Jan Miltenburg, Cor Beemer, Hans Fraza en Adriaan de Ligt. Toen ik ouder werd begreep ik ook waarom wij mee mochten. Wij moesten namelijk de ballen ophalen die zij over of naast het doel schoten. De training bestond hoofdzakelijk uit het lellen op het doel.
En wij daar maar hollen door distels, brandnetels en niet te vergeten koeiestront om de grote mannen maar te laten zien dat wij het ook al konden en bereidwillig waren.
Eerste elftal circa 1937
Achterste rij: v.l.n.r. Jan Strik . Toon Miltenturg Adriaan de Ligt Hein Kooyman, Jo Stijvers , Wim de ligt, Jan van Impelen.
Midden v. l.n.r. Jan de Bruin, Cor Beemer, Kees de Bruin.
Voor v.l.n.r, Ko Sontrop, Dikkie Balk( met bal), Jan Hijman en Han Balk.
De verenigingen waartegen moest worden gespeeld hadden indertijd andere namen. "Tijden veranderen en wij met hen". In Houten speelde men tegen H.V.V., in Driebergen tegen R.A.P., in Schalkwijk tegen N.A.S. (Na Arbeid Sport), in Bunnik tegen E.M.S., waarvan de spotnaam luidde: "Elf Makke Stieren" en in Cothen tegen Fortissimo. Ook tegen Wijk bij Duurstede werd gevoetbald. Wijk mocht zich zelfs verheugen in twee verenigingen, te weten S.V.W. (Sport Vereniging Wijk bij Duurstede) en S.N.A. (Sport Na Arbeid).
Het is opvallend dat men in die vroege tijd ook al de sport na de arbeid stelde.
Vanzelfsprekend wilde Aurora meer. Dat moest overigens wel worden bevochten, want het waaide in de regel niet vanzelf aan. Dus moest er worden getraind. Een aparte trainer was er niet. Nu was er aan de katholieke school een onderwijzer, luisterend naar de naam Hilhorst, die uit Baarn kwam en door de week in Werkhoven woonde. Hij was een regelrechte voetbalfanaat en voetbalde in Baarn bij LIMVIO. Hij bracht de jeugd in Werkhoven niet alleen het onderwijs bij, maar stimuleerde het voetballen evenzeer. Zo kwam het dat de baarnse club nogal eens op de Zure Maat tegen Werkhoven voetbalde. Een soort binnenlandse interland eigenlijk.
Meester Hilhorst was een klein kwiek manneke, die eens met zijn heup de langste speler van Aurora (Antoon van Impelen) in de doornheg naast het velde keilde. Dit heeft kennelijk een behoorlijke indruk bij de spelers achtergelaten. Wellicht ook bij de heg.
Bij gebrek aan een echte trainer, moest men volstaan met het geven van aanwijzingen aan elkaar. Han Balk bijvoorbeeld, was eerst speler, toen grensrechter en later "trainer".
Voordat het zinken schuurtje (3 x 6 meter) op de Zure Maat werd neergepoot, moesten de spelers zich thuis maar omkleden. De bezoekende ploeg kon dat in het caf‚ van Van Impelen doen, of in een hoek op het veld. Water was er toen nog niet, want de watertoren moest nog gebouwd worden. Hier heeft Aurora ongeveer vier jaar gespeeld voordat werd omgezien naar een ander veld. Dit werd gevonden bij "Het Katteveld" van Gijs van Echteld, midden in het dorp, langs de Achter Rijn. Aanvankelijk was dit veld via een kippebruggetje te bereiken. Later heeft Hein Kooyman daar een prachtige ijzeren brug van gemaakt, die alom werd bewonderd. Cor Beemer maakte een constructie zodat het bruggetje kon worden opgetrokken. Niet iedereen kon dus zomaar het veld op komen.
Het nadeel van het bruggetje was dat de geleidingsbeugel ongeveer op fietstuurhoogte was aangebracht, waardoor men de balans wel eens verloor en vervolgens een frisse duik in de Rijn nam. Menig Werkhovenaar zal deze ervaring nog fris in het geheugen liggen. Ook Fred Beemer is dit overkomen, waaraan hij de bijnaam "Fred Flodder" heeft overgehouden.
Het voetbalveld werd door de spelers zelf onderhouden. Slechte stukken bij het doel werden tot ongeveer een meter diepte uitgegraven. Vervolgens werden er takken in gegooid en werd het weer toegemaakt. Wat een takkeveld...
Wie het best speelde, kwam in het eerste elftal en als er een man tekort was, mocht een jonge speler meedoen. Op deze wijze bestond het eerste uit de enigszins geselecteerde spelers, de "rest" speelde in het tweede. Adriaan de Ligt was dus kennelijk een goede speler, want op veertienjarige leeftijd mocht hij mee naar Utrecht om tegen Semper Avant te spelen.
Later werd de groep groter en werden op zondag meerdere wedstrijden gespeeld, waardoor iedereen aan de beurt kwam en enkelen zelfs tweemaal het veld in moesten.
Adriaan de Ligt herinnert zich het volgende voorval nog zeer levendig:
Tegen Schaikwijk hebben wij veel en regelmatig gespeeld. Eens, toen wij weer tegen Schalkwijk moesten spel en, wisten wij in een spannende en zinderende wedstrijd met 3-2 van hen te winnen. Vanzelfsprekend werd na afloop bij Cafe‚ van Impelen de zaak nog eens verbaal nagespeeld, waarbij de kelen niet gespaard bleven en dus goed moesten worden natgehouden. Dat lukte in de regel aardig met een of meer biertjes en borrels. Ook op dit gebied gingen beide teams elkaar niet uit de wegl Maar de tijd van gaan was gekomen en de ploeg uit Schalkwijk kwam op het idee om het verlies op het veld duidelijk uit te dragen en er een strafexpeditie van te maken. De supporters namen daarom de fietsen van de spelers mee en de spelers togen te voet naar Schalkwijk, de aanvoerder voorop met de vlag halfstok.
Tussen 1930 en 1943 werden er wisselende resultaten geboekt. Het meest opmerkelijke is het kampioenschap van Aurora in 1938. De trotse spelers waren: Keeper Jan Hyman, rechtsback Cees de Bruin, linksback Hannes Ewijk, rechtshalf Arie Veldhuizen, spil Hein Kooyman, linkshalf Jan Strik, rechtsbuiten de snelle Hans Fraza, rechtsbinnen Adriaan de Ligt, middenvoor Cor Beemer, linksbinnen Jan Miltenburg en linksbuiten Wim de Ligt.
Eerste elftal circa 1935.
Staande v.l.n.r. Jan Kooyman, Hans Fraza, Adriaan de ligt, Cor Beemer, Jan Miltenburg, Wim de ligt, Gart de ligt sr. en Han Balk.
Midden v.l.n.;. Manus Oostveen, Hein Kooyman.
Voor v.l.n.r. Kees de Bruin, Jan Hijman, Hannes van Eewijk en Arie Veldhuizen.
Aurora werd dus kampioen, maar promoveerde helaas niet omdat er twee wedstrijden gespeeld moesten worden tegen medekampioen K.D.S. uit Utrecht. De eerste wedstrijd (thuis) werd 1-1, uit verloor Aurora heel ongelukkig met 2-1 en was hiermee uitgeschakeld.
Hein Kooyman, de spil van het kampioensteam, fietste in de stomende regen met het team naar Elst, zette zijn zonnebril op en schreeuwde zijn teamgenoten toe: "Kop op jongens, dit is een ideaal weertje voor ons. We gaan vandaag winnen".
En dan wonnen zij ook. Een mentaliteitskwestie.
Aurora speelde eens tegen D.V.V. in Utrecht, aan de Jutfaaseweg, naast het zwembad "De Liesbosch." Jan Miltenburg, de linksbinnen uit het kampioenselftal, een echte steunpilaar, ging op een zeker moment in een heftige discussie met de scheidsrechter. Jan, die vaak een duel won, verloor dit duel en uit pure kwaadheid trapte hij de bal 50 meter weg, pardoes in het zwembad. De scheids had het nakijken en gaf dit nakijken door aan Jan, die onmiddelijk het veld mocht verlaten. Of de scheidsrechter de bal nog bewonderend heeft nagezien vermelden de analen echter niet.
De Klokkeluider van Beesd
Ene Janus van Ziel eens te Beesd
kreeg na 't winnen der beker de geest
hij klom in de toren
liet de klok alom horen
heel Werkhoven vierde toen feest
Janus van Ziel uit Werkhoven
ging ieders verstand hier te boven
hij heette 't kanon
schieten dat'ie kon
dat hoorden zelfs de doven
Janus van Ziel was dus een doelpuntenkanon. Hij was heel bekwaam in het punteren. Janus mocht niet van zijn vader op zondag spelen, maar deed dit toch Zijn vader vertrouwde het niet en kwam naar het veld en zag Janus voetballen. Vadertjelief liep richting veld, wees met zijn vinger naar Janus en fluisterde: "Naar huis, of ik schop je de gaten in je donder..." Maar Janus bleef gewoon voetballen. Woendend pakte Pa van Ziel de kleren van zoonlief en beende driftig huiswaarts. Wat er verder thuis is gebeurd wordt niet vermeld, maar Janus kwam keurig elke zondag toch weer voetballen.
Voor Janus van Ziel, ons wonder,
was spelen op zondag een zonde
hij moest dat maar leren
Pa kreeg de kleren
en Janus thuis op z'n donder
De Oranjeboom beker:
Bekende ploegen als E.M.S. Bunnik, Fortissimo Cothen, S.N.A. Wijk bij Duurstede, speelden ontegenzeglijk beter dan Aurora. Toch kwamen deze ploegen met veel plezier naar Werkhoven om de volgende reden:
Cafe‚ van Impelen (Jo en Mina) hadden het voor elkaar gekregen om bij de directie van de Oranjeboom Brouwerijen jaarlijks een heuse grote beker los te peuteren en die elk jaar voor de winnaar beschikbaar te stellen. Door loting werden de wedstrijden vastgesteld en ging men er twee zondagen lang driftig tegenaan. Het was een goede zaak voor Aurora, want het leverde twee maal extra entree op, een goede zaak voor Cafe‚ van Impelen, want de biertjes vielen als herfstbladeren van de Oranjeboom en ook voor de firma Broekhuizen (De Brink), die van de omzet meesnoepte door een kraampje op het veld te zetten waar men snoepgoed, gevulde koeken e.d. verkocht.
De finale werd meestal gespeeld tussen Fortissimo en S.N.A. Er werd dan goed en stevig voetbal getoond, zeer tot plezier van de vele kijkers.
Ook werd er gevoetbald tegen N.S.H. in Hilversum. Dat was een heel eind fietsen en het was eens in december, het had gevroren en alles was wit en het was ongeveer -5 graden celsius.
Nu woonde er in Bilthoven een oude knecht van Roskam, Arie Verhoef, die een caf‚ uitbaatte. Dat was natuurlijk genoegzaam bekend bij de spelers en vermoedelijk werd de route daarom ook over Bilthoven gekozen. Er werden een aantal borrels besteld om warm te worden en het werkte. Maar op een nuchtere maag werkt het nog beter.
Gart van Impelen:
In Hilversum zongen we al het hoogste lied, toen wij op het veld aankwamen. In de kleedkamer stond een paal om het dak omhoog te houden en daar hebben wij eerst een poosje rond die paal de polonaise gelopen en vervolgens ons snel omgekleed. Arie Veldhuizen stond op de halfplaats en bij de eerste vier oƒ vijf ballen die hij aangespeeld kreeg, trapte hij helemaal in het niets...
De scheidsrechter kon het niet erg waarderen. Hij verkeerde in de mening dat verschillende spelers onder invloed waren en rapporteerde dat op zijn wedstrijdformulier. Het kostte de club f 15,00 boete.
Leewater
Als je vocht in de knie had (leewater), dan ging je naar Karel Fraza (oom van Hans Fraza) en maakte deze een zakje voor je met o.a. lijmmeel, azijn en een haring. Dit zakje legde je dan op je dikke knie. Het gevolg was, dat je allemaal witte puistjes kreeg, maar je knie genas wel.
- Vorige
- Volgende >>